Regelmatig wordt mij de vraag gesteld wat ik precies doe in mijn werk als coach en wat mijn visie over coaching is. Ik vond het tot voor kort een heel moeilijke vraag omdat ik mijn werk zo vanzelfsprekend vind. En toch blijkt het niet zo evident te zijn hoewel de hulpverleners als paddenstoelen uit de grond lijken te rijzen.

Enkele voorvallen in de afgelopen weken maakten dat het me wel helder werd. Ik deel in deze blog graag mijn beleving en visie over coaching aan de hand van de situaties die op mijn pad kwamen.


Creatieve coaches met hun eigen model gezocht!?


Ik werd even tot nadenken gestemd toen ik op Facebook een bericht las met de stelling: “Een creatieve coach kopieert geen methodes en ideeën van anderen.”
Deze stelling bleef bij mij hangen en een stemmetje in mij kwam met zelfkritiek: “Oei, ik heb niet mijn eigen unieke model, ben ik dan niet goed bezig?”. Maar mijn antwoord kwam al even snel als de vraag was gesteld. Heel spontaan kwam mijn visie over al die methodes, modellen en coaches:

“Er zijn in de jaren ’30 heel mooie theorieën, methodes en kennis in de wereld gezet. We hoeven niet te doen alsof we het warm water opnieuw uitvinden door altijd nieuwe methodes te lanceren. In vind het belangrijk om verder in de wereld te blijven verspreiden wat sterk en goed is, wat gebouwd werd in die tijd, aangevuld met ons authentieke sausje en onze eigen invulling van de theorie. Wel belangrijk vind ik om aan bronvermelding te doen en zeker niet te doen alsof je zelf het groot licht bent.”

Ik vind niet dat een coach tijd moet verspillen aan het bedenken van nieuwe modellen, gewoon om te zeggen dat dit nieuw of beter is dan andere modellen of om de eigen creativiteit te bewijzen. Ik vind het veel belangrijker dat een coach zich verdiept in de zeer waardevolle en diepgaande kennis en theorieën die verschillende grootheden in de wereld hebben gezet.
Om er enkele te noemen: Carl Gustav Jung, Dr. Thurman Fleet, Meyers & Briggs, Napoleon Hill, … Met verdiepen bedoel ik niet zozeer dat een coach alle lectuur van deze grote namen achter de kiezen moet hebben. Verdieping betekent voor mij dat je ervoor zorgt dat je met de theorie aan de slag gaat om deze in praktijk om te zetten in je eigen leven. Op die manier zet je de theorie om in ervaring en ‘weten’.

Kennis en weten zijn in mijn ogen namelijk niet hetzelfde. Je kan kennis opdoen door cursussen vanbuiten te blokken en daarmee een bepaald diploma behalen. Maar daarmee ‘weet’ je misschien nog niet wat je nu precies in je brein hebt opgeslagen, je kan het geleerde snel weer vergeten. Weten gaat over inzichten die je hebt opgedaan (inzicht = “in-zich”) aan de hand van de geleverde kennis. Het gaat over iets dat je diep in jezelf ervaart en voelt. Een inzicht vergeet je niet makkelijk meer. Na een inzicht ‘weet’ je en kan je nooit meer zeggen dat je het niet meer weet.

En dat is waar coaching voor mij over gaat. Een goede coach gaat zelf door de ervaring met de kennis die aangereikt wordt. Een goede coach wandelt zelf door zijn eigen modderpoel en doet zijn eigen opkuis om daarna vanuit levenservaring het voorbeeld te stellen. Of zoals het in de boeken van Neal Donald Walsch wordt gesteld:
In eerste instantie moeten we ervoor zorgen dat we de basisprincipes van het leven zelf goed begrijpen. Vervolgens moeten wij die principes in ons leven verwerken, zodat ze in praktijk omgezet worden. En dan moeten we het geleerde aan anderen overdragen – op alle levens die wij beroeren – door het eenvoudige, uitgelezen hulpmiddel van ons eigen voorbeeld.

Zo eenvoudig is het, maar tegelijk ook zo moeilijk. Velen vinden het namelijk veel makkelijker om cursussen en boeken te verslinden. De principes eerst in je eigen leven verwerken vraagt echter dat je eerst de confrontatie met jezelf aangaat en in de spiegel kijkt nog voordat je anderen gaat vertellen hoe ze hun leven in handen moeten pakken.


De meest vanzelfsprekende volgorde is niet de juiste volgorde


Zo sprak ik een jonge vrouw die op zoek was naar hulp. Ze ging al een tijdje naar een therapeut omdat ze zich diep ongelukkig voelde in haar relatie. Haar partner heeft al kinderen uit een vorige relatie en het is haar diepste wens om een eigen kindje te krijgen met hem. Hij kan en wil haar echter geen uitsluitsel geven over zijn kinderwens. Enerzijds wil hij haar wel een kind schenken, maar tegelijk beangstigt de gedachte hem dat ook hun relatie verkeerd zou kunnen lopen en dat er dan weer een kind in een scheiding verwikkeld raakt. Zij wil niet nu direct een kind, maar ze wil wel weten of haar grote kinderwens in deze relatie ooit ingevuld zal worden. Haar therapeut had haar echter de raad gegeven om haar kinderwens even te parkeren en nu eerst te investeren in een goede relatie. Toen ik haar vroeg wat ze hier zelf bij voelde, werd duidelijk dat de raad die ze had gekregen niet was wat zij nodig had. Met heel veel inspanning en rationeel denken, lukte het haar op sommige dagen om die raad te volgen. Maar evenveel dagen voelde ze zich diep ongelukkig en kon ze het niet verhelpen. Niet voor niets bleef ze dan ook op zoek naar antwoorden. Haar innerlijke stem zei haar dat ze niet zomaar akkoord ging met wat haar therapeut haar adviseerde.

In coaching werken we niet vanuit wat studies zeggen dat goed is. Het is nooit de bedoeling iemand een advies te geven dat regelrecht tegen de invididuele behoeften indruist. We vertrekken vanuit het individu en diens dromen of lange termijn visie. Daarnaast kijken we naar de angsten die opspelen en hoe daarmee om te gaan. In coaching brengen we iemand naar de hoogste visie en we durven daarbij out-of-the-box denken. We gaan niet uit van “wat realistisch is”, “ wat studies zeggen” of “wat maatschappelijk aanvaardbaar is”. Mensen krijgen op hun wensen en dromen namelijk al voldoende het antwoord “Ja maar, je moet realistisch blijven.” waardoor ze zich gefrustreerd voelen en zich klein houden.

Als mensen realistisch moeten denken en hun dromen niet
te groot mogen maken, dan hadden de gebroeders Wright
nooit het eerste vliegtuig gebouwd.

Om dit naar het bovenstaande voorbeeld te vertalen. We weten allemaal dat elke relatie alleen maar vanuit zelfliefde kan ontstaan, m.a.w. je moet eerst jezelf graag zien vooraleer je van iemand anders kan houden. Een goede relatie kan dus alleen maar bestaan als beide partners zichzelf en hun eigen behoeften graag genoeg zien. Hoe kan het dan dat in dit voorbeeld één van beide partners haar eigen behoeften moet parkeren, zichzelf dus even wat minder graag moet zien ten voordele van de relatie? Wat mij betreft heeft de dame met haar grote kinderwens het recht om die wens serieus te nemen en een antwoord op haar vraag te krijgen. Haar partner heeft evenzeer het recht om zijn wensen hierover te uiten. Wil hij graag nog kinderen, maar heeft hij daarbij angsten? Heel goed, dan helpt een coach hem om de aandacht te houden op zijn wensen en de angsten te overstijgen. Komt hij tot het besluit dat hij geen kinderen meer wil? Evengoed, dan is het nodig om deze beslissing te durven uitspreken naar zijn partner, zodat zij er op haar beurt haar beslissing over de relatie mee kan nemen. Het hoeft geen verdere uitleg dat de relatie op lange termijn niet kan blijven bestaan als de levensduur van de relatie ten koste moet gaan van het geluk van één van beide partners.

Een coach durft dus door het ongemakkelijke te gaan om het einddoel te bereiken. We gaan in coaching de angsten en moeilijkheden niet omzeilen in de hoop dat daarmee het einddoel misschien bereikt kan worden. We gaan niet voor ‘misschien’ en ‘hopelijk’. We gaan wel met het volle geloof voor het einddoel en durven de confrontatie aangaan met de mogelijke hindernissen of angsten. Een goede coach kan dit als die in zijn eigen leven ervaren heeft dat het nu eenmaal zo werkt. Een goede coach kent de universele wetten en kan daarnaar leven doordat hij ze zelf heeft geïmplementeerd in het eigen leven.

Het is de stand van de zeilen, niet de richting van de wind
die bepaalt welke weg we zullen gaan. – Jim Rohn

In coaching werken we ook niet vanuit het meest vanzelfsprekende antwoord. Als mensen het meest vanzelfsprekende antwoord zoeken, kunnen ze bij hun omgeving terecht. Een coach durft met iemand verder te gaan dan wat de omgeving ‘normaal’ of ‘maatschappelijk aanvaard’ vindt. Een goede coach houdt het doel op langere termijn voor ogen en werkt daar via verschillende tussenstappen naartoe samen met de coachee. Er komen sowieso obstakels op de weg. Zo zijn er de eigen angsten van de coachee, maar ook de angsten van de omgeving of dat wat de maatschappij als ideale plaatje voorhoudt, of het ‘belang van het kind’ dat velen als excuus gebruiken om niet de stappen te moeten nemen die ze zouden willen zetten.


One can only hear when he has been heard


Goede coaches geven geen antwoorden die iedereen voor zichzelf al kent. Ze accepteren dat wat er is, geven er erkenning aan zonder oordeel en kijken dan samen met de coachee naar wat die wil bereiken. Belangrijk daarbij is dat de coachee het einddoel kiest en de coach hierin volgt, zonder er zelf iets aan te willen wijzigen.

Ik maak dit graag concreet in nog een ander voorbeeld van een plusmama die een coaching traject volgde. Bij de start van haar traject vroeg ik haar wat voor haar het doel was waar ze naartoe wilde werken, wat voor haar het allerbelangrijkst was. Ze zei me dat ze terug dichter bij haar partner wilde staan en een liefdevolle relatie met hem wilde. De band met haar stiefzoon was heel slecht, om het nog licht uit te drukken. Toen ik haar vroeg wat ze daarmee wilde, was haar antwoord kort en duidelijk: ‘ik vind dat kind gruwelijk en daar zal niks aan veranderen, dus hoe het met hem gaat, is het minste van mijn zorgen”.

De meeste hulpverleners die ik in opleiding krijg, hebben hier onmiddellijk een mening over als ik dit voorbeeld naar voren schuif. Ze vragen me dan vol verbazing: “Anja, je moet haar er dan toch op wijzen dat het onmogelijk is om een goede relatie met haar partner te hebben als ze zijn kind niet kan hebben!?”. Mijn antwoord is echter: “Ik heb hier niks over te vinden, ik kies haar doel niet.” Bijkomend heb ik mijn ‘weten’ erbij dat het ook helemaal juist is om haar hierin te respecteren. Eén van de vele wijsheden die ik in gedachten houd bij mijn coaching trajecten is namelijk: “One can only hear when he has been heard”. Om het in mijn eigen woorden te zeggen: iemand kan zich pas openstellen voor wat een ander nodig heeft als er eerst gehoor werd gegeven aan wat die iemand zelf nodig heeft.

Gedurende het ganse traject met deze plusmama viel het op dat zij zichzelf een afschuwelijk mens vond. In elke sessie zei ze dat ze zichzelf een afschuwelijk mens vond omdat ze voelde wat ze voelde voor haar stiefzoon. Op een bepaald moment vroeg ik haar of ze ooit al wel eens empathie had gekregen voor wie zij was en wat zij voelde. Het was alsof ze het in Keulen hoorde donderen. Ze kende het woord empathie wel, maar kon hoegenaamd niet zeggen wat dat woord voor haar betekende. Zelf-empathie was voor haar onbekend terrein. En dat was dan ook het eerste waar we aan werkten: in eerste instantie leerde ik haar empathie te voelen voor wat ze voelde, ook al voldeed ze hiermee niet aan wat maatschappelijk gewenst was. Haar zelfliefde kwam op de allereerste plaats. Op het einde van haar traject gebeurde er iets wonderbaarlijks. Bij haar laatste sessie stelde ze me een vraag: “Anja, er is iets heel raars gebeurd … ik krijg wat meer tijd vrij van werk en ik was aan het bedenken wat ik in die vrijgekomen tijd zou doen. Plots kwam er de gedachte dat ik dan misschien af en toe iets kan doen met mijn stiefzoon. Is dat normaal, kan het echt zijn dat er iets veranderd is naar hem toe?”

Deze case is voor mij het ultieme bewijs dat een goede coach te allen tijde het einddoel van de coachee in gedachten moet houden, ongeacht wat het meest vanzelfsprekende of het meest normale is om te doen!

Anja Pairoux
Personal Coach &
Familiaal bemiddelaar